Hoe kwam ik tot het schrijven van mijn
verhalenbundel Kruiend ijs?
Tijdens een fietstocht reed ik over een weg, waar vroeger een bij de
bevolking zeer bekende zeedijk lag “De kop van het hoofd”.
In die tijd lag Bergen op Zoom nog aan de open zeearm de Oosterschelde.
Tijdens het fietsen kwamen bij mij beelden naar boven van een wandeling
die ik als kind met mijn ouders maakte over deze dijk. Het was hartje winter en
er dreven ijsschotsen op het water.
Die beelden inspireerden mij tot het schrijven van het titelverhaal
‘Kruiend ijs’.
Ik besloot met dit verhaal mee te doen aan de prozawedstrijd
Woordenstroom. Het verhaal behaalde de eerste prijs.
Dat stimuleerde mij om me te storten op het schrijven van korte verhalen.
Ik wilde me verder als schrijver ontdekken en probeerde in deze
verhalenbundel verschillende schrijfstijlen uit.
Een typering van de verhalen:
Twee
sterk autobiografische verhalen. (Vogelvrij , Kruiend ijs).
Verhalen
op autobiografische grondslag. (Franzl, de grote kwab komt aan land).
Fantasy (Het drieluik: Het groene masker, Duivelse
duinwandeling en het masker verminkt. De Vogelhandelaar).
Formule
van de tegenstelling (Doe maar normaal, de goedaardige reus).
Absurde
verhalen (Een curieus gesprek, De
arrogantie van het niet weten 1 oftewel Erik denkt het
te
weten).
Columnachtige
verhalen: (De arrogantie van het niet weten 2 oftewel Stef en Pietermanbaas, de
Lezing.
Vooroordeel en roeptoeters ( Duuurzaam, Karel en de Eregast).
Leuke
verhalen zonder boodschap: ( Op de kast, Bertrand).
Terug
